De vier levels van aanleuning
Binnen de Atletische Rijkunst onderscheiden we vier levels van aanleuning. Deze hebben betrekking op de verschillende posities van de hoofd-halshouding waar we tussen kunnen variëren. Elk level voegt iets toe aan de balans, ontspanning, verbinding en het ruggebruik van je paard.
Wil je ook een paard die moeiteloos direct elke centimeter je hand volgt? En niet tegen de hand komt bij het verhogen van de hoofd-halshouding? Ontdek hier meer over op deze pagina.
Level 1
Level 1: Dit is de maximale stretch, waarbij het paard zijn lange rugspier volledig moet ontspannen om ook aan de voorkant maximaal te kunnen verlengen. De neus komt hierbij ter hoogte van de kogels.
Bij een correcte stretch op level 1 zie en voel je meer swung in de rug en de beweging, het zweefmoment in draf wordt groter en in galop voel je bijvoorbeeld duidelijk hoe het paard je beter laat zitten.
Er ontstaat een gevoel van samensmelting tussen ruiter en paard.
In stap ervaar je dat bij volledige ontspanning van de lange rugspier de zijdelingse schommeling toeneemt en duidelijker wordt. Dit komt doordat de lange rugspier in verbinding staat met het heiligbeen en direct invloed heeft op de beweging van het bekken en de achterhand.
Deze houding is belangrijk omdat het veel vertelt over het verticale, laterale en horizontale evenwicht van je paard. Het versterkt de core stability en speelt een essentiële rol in het zogenaamde 'op eigen benen leren lopen.'
Ook voor de ruiter is deze houding in het zadel belangrijk. Durf je je paard volledig los te laten en vermijd je onnodige steun op de teugels? Kunnen jullie los van elkaar, stabiel en in balans bewegen, om zo samen één geheel te vormen?
Deze houding kan niet geforceerd worden en ontstaat alleen bij maximale ontspanning van de onderrug van het paard. Het laat precies zien en voelen waar het lichaam nog spanning vasthoudt en in hoeverre het paard beide zijden gelijkmatig kan stretchen en verlengen.
Kortom: level 1 geeft waardevolle informatie, vergroot het schokdempende effect, verbetert de core stability en brengt rust in zowel lichaam als geest.
Level 2
Level 2 is een positie waarbij de neus van het paard zich ongeveer op kniehoogte bevindt. In deze houding wordt, net als in level 1, veel souplesse en zachtheid van de onderrug en de gehele bovenlijn gevraagd, maar stretcht het paard aan de voorkant minder ver omlaag.
In deze positie leert het paard nog beter afstemmen op het verbindingspunt.
Voor paarden die bijvoorbeeld gemakkelijk naar level 1 kunnen stretchen, is dit level bijzonder waardevol. Het paard leert precies waar het verbindingspunt ligt, zonder te veel aanleuning te nemen of direct richting level 1 te willen stretchen.
Het paard leert hierdoor niet meer te nemen dan jij geeft.
Hoewel paarden op level 1 absoluut in een correct horizontaal evenwicht kunnen bewegen, is het ook absoluut een uitdaging. Zeker bij paarden met een afwijkende bouw of fysieke uitdagingen.
In level 2 help je het paard om het gewicht nog evenrediger over alle vier de benen te verdelen in een fijne, effectieve gymnastiserende houding.
Het voordeel van deze positie is dat je de maximale voorwaarts-neerwaartse tendens behoudt, maar deze als het ware enigszins tegenhoudt (omdat het paard niet door mag stretchen naar level 1), waardoor je een extra fijne boog -connectie- krijgt van achter naar voren.
Veel paarden met stijfheid en een strakke bovenlijn of hamstrings kunnen moeite hebben om in level 1 en 2 met voldoende impuls te bewegen. Korte, strakke, stijve spieren belemmeren dit. Juist door in deze levels te trainen, zal het gymnastiserende effect doorwerken in alle bewegingen van het paard.
Paarden die moeiteloos in level 1 en 2 kunnen bewegen, zullen bijna altijd ook in level 3 en 4 geen moeite meer hebben om een gelijke verbinding te nemen. Dit komt doordat level 1 en 2 alleen haalbaar zijn met voldoende zachtheid in de gehele bovenlijn.
Uiteraard is dit een proces, maar we zien eigenlijk altijd bij dergelijke paarden de ruimte en paslengte in alle drie de gangen significant verbeteren op het moment dat ze gemakkelijk in level 1 en 2 kunnen bewegen.
De keerzijde is ook waar: paarden die bijvoorbeeld vastlopen in oprichting kunnen hierin verbeteren door level 1 en 2 te verbeteren.
Zolang het paard zijn lange rugspier niet volledig kan ontspannen (en er dus nog spanning en beperkingen in de onderrug zijn), loopt het paard hier continu tegenaan. Als de stroming daar niet goed is, beïnvloedt dit alles. De energie vanuit de achterhand kan beperkt doorstromen naar voren en de schedel -en dus ook de ruiterhand- bereiken.
Level 3
Level 3 is een houding waarbij het paard met zijn oren op schofthoogte en zijn neus op boeghoogte beweegt.
Deze houding vormt een ideale middenweg tussen level 4 en levels 1 en 2. Het slaat een brug tussen de hoge en lage posities en draagt bij aan het verbeteren van het horizontale evenwicht.
In level 3 loopt het paard niet te hoog en niet te laag, waardoor het gemakkelijker een stabiel horizontaal evenwicht kan ontwikkelen. Deze houding is bijvoorbeeld ook zeer geschikt voor buitenritten of tijdens gespannen situaties. Een te lange, lage houding kan dan onpraktisch en onveilig zijn, terwijl te hoog lopen onnodig voor extra spanning kan zorgen.
Level 3 is daarnaast gunstig voor het ontwikkelen van een soepele en symmetrische bovenlijn.
In level 1 en 2 wil je (zeker in het beginstadium) niet te lang en te vaak trainen, omdat dit veel inspanning van het lichaam vraagt, hetzelfde geldt voor level 4.
Level 3 is de gulden middenweg. In deze houding kan je paard effectief en stabiel bewegen, met het gewicht zo gelijkmatig mogelijk verdeeld over alle vier de benen.
Level 4
Level 4 is de houding waarin je paard zich opricht. Het trainen in deze houding draagt bij aan de fase van verzameling en oprichting, oftewel: gewichtsverplaatsing.
Het is belangrijk te leren hoe je de schedel ten opzichte van de hals positioneert. Bij een correcte oprichting is de atlas het hoogste punt.
In de praktijk zie je vaak dat de derde halswervel het hoogste punt is. Wil je echter een correcte verzameling en oprichting nastreven en het horizontale evenwicht verder positief beïnvloeden, dan is het juist positioneren van de atlas essentieel. Dit helpt de achterhand te laten dalen, op voorwaarde dat de lange rugspier ontspannen blijft en de voorwaartse neerwaartse tendens aanwezig is.
Door alle halswervels perfect uit te lijnen ten opzichte van de rest van de wervelkolom, kan het zwaartepunt van het paard zich beter verplaatsen en stabiliseren. Dit zorgt voor een verbetering in de gewichtsverdeling tussen de voor- en achterhand.
De achterhand kan hierdoor extra gewicht overnemen, waardoor de voorbenen vrijer en lichter kunnen bewegen. Ze bewegen meer van de loodlijn naar voren, doordat ze minder lang op de grond blijven staan, wat hen extra ontlast.
Dit proces kost, net als correct trainen in level 1 en 2, veel kracht, energie en souplesse van het paard. Het is daarom verstandig dit niet te forceren, maar spelenderwijs op te zoeken. Na een paar passen kun je het paard weer uitschuiven en verlengen naar een ander level. En vervolgens enkele passen oprichting herhalen.
Door telkens korte stukjes te vragen, leert het paard spelenderwijs energie te verplaatsen. De achterbenen wennen aan deze energieoverdracht en ontwikkelen de juiste kracht om dit langer vol te houden.
Het is vergelijkbaar met squats: je begint ook niet meteen met 100 squats. Misschien lukt dat de eerste dag nog wel, maar het belast je spieren te veel en kan leiden tot compensatie en blessures. Bij een paard is dit niet anders.
Waarom deze 4 levels? Wat is het doel?
Het moeiteloos kunnen wisselen tussen de vier levels van aanleuning is een waanzinnig geschenk om te mogen ontvangen. Op het moment dat je paard direct elke millimeter jouw hand volgt zonder tegen de hand te komen, ontvang je een prachtig cadeau van vertrouwen, balans, zachtheid, eenheid en verbinding op een dieper niveau dan velen ooit hebben ervaren.
Het creëert een ongeëvenaard gevoel van samen één zijn.
Dit is belangrijk omdat de mate waarin je paard soepel kan wisselen tussen deze levels zonder weerstand, alles vertelt over het gebruik van de rug en de stabiliteit van de balans. Het is een cruciale stap in de overgang van balans naar volledig evenwicht.
Daarnaast is het een indicatie van focus en vertrouwen. Je paard zal dit alleen doen als hij zowel mentaal als fysiek in staat is om zich volledig te ontspannen en te volgen wat jij vraagt.
Het doel is om soepel te kunnen schakelen tussen de vier levels van aanleuning, waarbij het paard niet tegen de hand komt tijdens het verhogen of verlagen van de hoofd-halshouding. Het paard volgt elke subtiele aanwijzing, of het nu om één millimeter of tien centimeter gaat, en rekt precies zo veel mee als jij aan verbinding geeft.
Binnen elk level streef je naar perfect, gelijke aanleuning en moet je in staat zijn om overgangen en tempowisselingen te rijden, evenals zijgangen.
Wat als dit (nog) niet lukt?
Het is altijd van groot belang om eerst fysieke beperkingen uit te sluiten. Laat je paard daarom regelmatig controleren en behandelen door een osteopaat, chiropractor en fysiotherapeut, bij voorkeur iemand die breed opgeleid is en je paard op verschillende manieren kan aanvoelen en behandelen. Indien nodig zal deze professional je doorverwijzen naar een dierenarts voor verder onderzoek.
Wanneer er geen fysieke blokkades zijn die het lichaam beperken, kun je gericht werken aan het verbeteren van het ruggebruik van je paard, waardoor de vier levels van aanleuning mogelijk worden.
Doe de gratis analyse van het ruggebruik van je paard en ontdek hoe het er op dit moment voorstaat. Ontvang direct praktische tips om het ruggebruik te verbeteren, wat ook de aanleuning ten goede komt.