De natuurlijke scheefheid
De natuurlijke scheefheid verwijst naar de (aangeboren) asymmetrie die bij elk paard voorkomt. Dit is geen verrassing, want asymmetrie is overal in de natuur te vinden—ook wij mensen zijn bijvoorbeeld van nature scheef. Perfecte symmetrie is zeldzaam in de natuur.
Hoewel deze scheefheid normaal is, vormt ze wel een uitdaging. Als we ons paard gezond willen houden, blessures willen voorkomen en kosten willen besparen, is het essentieel om deze scheefheid te begrijpen en te verbeteren.
Want helaas worden er nog steeds dagelijks paarden, zelfs op jonge leeftijd, ingeslapen vanwege de gevolgen van deze asymmetrie.
Deze scheefheid verstoort namelijk het verticale, laterale én horizontale evenwicht, wat vroeg of laat tot problemen leidt als het niet wordt opgelost en we wel fysiek met een paard aan de slag gaan.
Door deze scheefheid te verbeteren, kunnen we bijdragen aan een langer, gezonder én bovenal plezieriger leven voor ons paard.
Wat houdt de natuurlijke scheefheid precies in?
De natuurlijke scheefheid verwijst naar de van nature aanwezige asymmetrie in het paardenlichaam, maar waar gaat dat dan precies over?
De kern van deze asymmetrie ligt in ongelijke spierspanning in het lichaam. Dit is mooi te zien op het plaatje in de banner van deze pagina. Van nature is de bespiering aan de ene kant van het lichaam korter, sterker en stijver, terwijl de andere kant langer, slapper en soepeler is.
Dit brengt allerlei gevolgen met zich mee.
Deze ongelijke spierspanning creeert in het skelet een holle en bolle zijde. Hierdoor verschuift het verticale evenwicht naar de bolle kant. Bijvoorbeeld, een paard dat linksgebogen is, draagt doorgaans meer gewicht op het rechtervoorbeen—het voorbeen aan de bolle kant.
Deze ongelijke spierspanning verstoort niet alleen het verticale evenwicht, maar ook het horizontale evenwicht.
Als we het gewicht zo gelijk mogelijk over alle vier de benen van het paard willen verdelen, moeten we deze asymmetrie absoluut verbeteren.
Als we dit niet doen en toch fysiek met een paard aan de slag gaan, zal het lichaam voortdurend deze disbalans moeten compenseren. Dit compenseren gebeurt onder andere via de lange rugspier, wat nadelige gevolgen heeft voor de ontspanning en nageeflijkheid.
Vaak zien we ruiters proberen de hoofd- halshouding te beïnvloeden voordat het paard zowel verticaal als lateraal recht is. Dit leidt bijna altijd tot problemen en ruis, waardoor men constant bezig moet blijven met de voorkant.
Een recht en ontspannen paard zal echter vanzelf nageven.
Wat is een linksgebogen paard?
Hoewel het niet altijd zwart-wit is, kun je de meeste paarden duidelijk herkennen als links- of rechtsgebogen.
Dit zijn een aantal kenmerken die bij een linksgebogen paard passen:
- De bespiering aan de linkerkant is kort, sterk en stijf.
- De bespiering aan de rechterkant is langer, slapper en soepeler.
- Doordat de spieren aan de linkerkant zich te veel aanspannen en de rechterkant hier geen weerstand tegen biedt, ontstaat er in het skelet een holle zijde (links) en een bolle zijde (rechts).
- Een linksgebogen paard draagt doorgaans meer gewicht op het rechtervoorbeen.
- Het linkerbekken kan hoger staan, en/of het paard laat het rechterbekken juist te veel zakken.
- Het linkerachterbeen is het sterkere en beter gecoördineerde been.
- Het rechterachterbeen is het zwakkere en minder gecoördineerde been.
Wat merk je hiervan tijdens de training?:
- Het paard verschuift het zadel naar de bolle kant, in dit geval naar rechts.
- Het paard heeft de neiging om bij linkse wendingen over de (buiten)schouder te lopen en tegen je buitenbeen aan te leunen.
- Bij rechtse wendingen valt het paard vaak op de binnenschouder en leunt tegen je binnenbeen aan.
Bovenstaande komt in beide gevallen door de verticale verschuiving van het gewicht naar het rechtervoorbeen, omdat de linkerkant te strak en gespannen is en rechts hier geen weerstand tegen biedt.
- Het paard neemt de linkerteugel moeilijker aan.
- Het paard neemt juist te veel aanleuning op de rechterteugel.
Beide zijn het gevolg van de laterale disbalans, veroorzaakt door de ongelijke spierspanning in het lichaam.
- Het paard draagt zijn staart naar links. De staart is een verlengstuk van de wervelkolom en asymmetrie in de wervelkolom, als gevolg van ongelijke spierspanning, kan doorwerken in de stand van de staart.
Wat is een rechtsgebogen paard?
Dit zijn een aantal kenmerken die bij een rechtsgebogen paard passen:
- De bespiering aan de rechterkant is kort, sterk en stijf.
- De bespiering aan de linkerkant is langer, slapper en soepeler.
- Doordat de spieren aan de rechter kant zich te veel aanspannen en de linkerkant hier geen weerstand tegen biedt, ontstaat er in het skelet een holle zijde (rechts) en een bolle zijde (links).
- Een rechtsgebogen paard draagt doorgaans meer gewicht op het linkervoorbeen.
- Het rechterbekken kan hoger staan, en/of het paard laat het linkerbekken juist te veel zakken.
- Het rechterachterbeen is het sterkere en beter gecoördineerde been.
- Het linkerachterbeen is het zwakkere en minder gecoördineerde been.
Wat merk je hiervan tijdens de training: - Het paard verschuift het zadel naar de bolle kant, in dit geval naar links.
- Het paard heeft de neiging om bij rechtse wendingen over de (buiten)schouder te lopen en tegen je buitenbeen aan te leunen.
- Bij linkse wendingen valt het paard vaak op de binnenschouder en leunt tegen je binnenbeen aan.
Bovenstaande komt in beide gevallen door de verticale verschuiving van het gewicht naar het linkervoorbeen, omdat de rechterkant te strak en gespannen is en links hier geen weerstand tegen biedt.
- Het paard neemt de rechterteugel moeilijker aan.
- Het paard neemt juist te veel aanleuning op de linkerteugel.
Beide zijn het gevolg van de laterale disbalans, veroorzaakt door de ongelijke spierspanning in het lichaam.
- Het paard draagt zijn staart naar rechts. De staart is een verlengstuk van de wervelkolom en asymmetrie in de wervelkolom, als gevolg van ongelijke spierspanning, kan doorwerken tot aan de staart.
Hoe kan je de natuurlijke scheefheid in stilstand herkennen?
Sommige paarden geven in stilstand al waardevolle informatie over het vaststellen van hun asymmetrie.
Denk bijvoorbeeld aan een scheef bekken of ongelijke bespiering.
- Als je paard vierkant stilstaat, neem dan de tijd om het paard recht van achteren te observeren. Kijk of het bekken mooi recht is en of beide billen even hoog zijn.
- Bekijk vervolgens de bespiering van de billen en bovenbenen en let op eventuele verschillen. Sommige paarden hebben aan de ene kant een mooi rondgevulde bil, terwijl de andere kant opvallend platter is.
- Neem ook een kijkje naar de buik van je paard. Het komt voor dat een paard in stilstand zo’n duidelijke holle en bolle zijde toont dat de buik aan de bolle kant bijna drachtig lijkt, terwijl aan de andere kant de buik nauwelijks zichtbaar is.
- Wanneer je de schouders van het paard goed bekijkt, kan ook daar asymmetrie zichtbaar zijn. Maar hier schuilt een addertje onder het gras: je zou verwachten dat de schouder aan de sterke holle kant—bij een linksgebogen paard bijvoorbeeld de linkerschouder—meer ontwikkeld is. Toch is vaak het tegenovergestelde waar. Dit komt omdat het paard van nature meer gewicht op het rechtervoorbeen draagt. Bij ongelijke schouderspieren zie je vaak een overduidelijk scheef paard dat sterk naar de bolle kant leunt.
- De bespiering van de schoft sluit hier mooi op aan en kan ook duidelijk asymmetrisch zijn als gevolg van deze verticale disbalans.
- Tot slot is het zinvol om in stilstand de gehele rug aan beide kanten van je paard te bekijken. Als je de mogelijkheid hebt en het is veilig, zet dan een krukje recht achter het paard, ga erop staan en maak een foto. Dit geeft vaak een helder beeld van de asymmetrie van de rug.
Het is sowieso aan te raden om foto's te maken, maar zorg ervoor dat je paard vierkant staat om de juiste informatie te krijgen. Maak daarbij de volgende foto's:
-
Recht van voren
-
Recht van achteren
-
Recht boven het paard, vanuit een positie direct achter het dier.
Herhaal deze foto’s elk kwartaal gedurende een jaar om de voortgang en ontwikkeling van je paard goed te kunnen volgen.
Hoe verbeter je de natuurlijke scheefheid?
Het verbeteren van de natuurlijke scheefheid is een boeiend en waardevol proces dat bij elk paard anders verloopt. Verschillende factoren spelen hierbij een rol, zoals leeftijd en fysieke beperkingen, die allemaal bijdragen aan de vooruitgang.
Sommige paarden ontwikkelen zich snel en ondergaan binnen enkele weken een grote transformatie. Bij andere paarden verloopt het proces met meer ups en downs, waarbij ze gedurende het eerste jaar geleidelijk rechter worden. Dit hangt af van hoe scheef en vastgeroest je paard is in zijn scheefheid, hoe consistent je hem ondersteunt met behandelingen, en hoe effectief je hem rechter en soepeler maakt met oefeningen. Dit verschilt dus per paard en situatie.
Om de natuurlijke scheefheid te verbeteren, kun je oefeningen en technieken inzetten om het verticale, laterale en horizontale evenwicht te verbeteren.
Kort gezegd gaat het om de gewichtsverdeling tussen het linker- en rechtervoorbeen, de ongelijke spierspanning, en de balans tussen de voor- en achterhand.
De gewichtsverdeling tussen het linker- en rechtervoorbeen is het snelst te beïnvloeden dankzij het gewicht van de stelling. Lees hier meer over in deze blog.
Ongelijke spierspanning kan worden verbeterd door gymnastiserende oefeningen, zoals zijdelingse strektechnieken en zijgangen.
Het horizontale evenwicht verbetert vooral wanneer het verticale en laterale evenwicht stabiel zijn. Daarnaast kan je overgangen, tempowisselingen en zijgangen inzetten voor een betere gewichtsverplaatsing en horizontale balans.
Welke problemen kunnen voortvloeien uit de natuurlijke scheefheid?
Niet schrikken...dit zijn er namelijk een hele hoop! Van mentale, fysieke tot aan rijtechnische problemen.
Rijtechnische gevolgen:
- Ongelijke aanleuning
- Balansproblemen
- Ongelijke paslengte, dit kan zowel voor als achter zijn
- Het paard heeft een voorkeurskant bij het uitvoeren van oefeningen, bijvoorbeeld bij het afwenden of bij zijgangen
- Het paard heeft moeite met verzameling omdat de gewichtsverdeling niet klopt
- Opstartproblemen, stijf beginnen
- Veel spanning, schrikken, ervandoor gaan
- Steigeren, bokken, vluchten
- Problemen met opstappen
- Steeds versnellen
- Flegmatiek zijn of juist heel extravert
- Steeds in de verkeerde galop of overkruist aanspringen
Fysieke gevolgen:
- Ongelijke hoeven
- Overbelasting
- Slijtage, artrose
- Rugproblemen, onder andere kissing spines
- Stijfheid en pijn
- Vage, niet verklaarbare onregelmatigheid